Knolselderij inmaken
Inmaken en wecken

Knolselderij inmaken

Knolselderij inmaken is een van die dingen waar je echt plezier aan kunt beleven, zeker als je een paar flinke knollen in huis hebt gehaald en meer wilt doen dan alleen soep maken. In de keuken verspreidt zich meteen die typische, aardse geur van verse knolselderij zodra je begint met schillen en snijden. En eerlijk is eerlijk: het inmaken van knolselderij is geen werkje van vijf minuten, maar het resultaat is het waard. Een potje vol knapperige, zure reepjes of blokjes geeft elk gerecht een oppepper, of je het nu in een salade mengt of als fris zuur bij een stamppot serveert.

Wat het extra leuk maakt: je hebt zelf controle over het zuur, de kruiden en hoe grof of fijn je de knolselderij snijdt. Je kunt ze bewaren voor maanden, en dat zonder vriezer of koelkast. En het is ook nog eens een manier om geen restjes verloren te laten gaan. In dit recept leggen we stap voor stap uit hoe je zelf knolselderij kunt inmaken voor vier potten. Er komt geen ingewikkelde techniek bij kijken, maar wel aandacht en liefde voor het proces.

klein

Hoe knolselderij inmaken?

Knolselderij inmaken begint met het kiezen van stevige, verse knollen. Je schilt ze, snijdt ze in fijne reepjes of blokjes en blancheert ze kort. Daarna overgiet je ze met een heet mengsel van azijn, water, suiker en kruiden. De potten kun je daarna direct sluiten. Sommige mensen zetten ze dan ondersteboven om ze vacuüm te trekken. Dat is optioneel, maar wel handig. Let wel op: zuur kan sommige standaarddeksels aantasten. Gebruik dus inmaakdeksels die hiertegen bestand zijn, vooral als je de potten op de kop wilt zetten. Dan weet je zeker dat je product lang goed blijft.
Voorbereidingstijd 30 minuten
Bereidingstijd 10 minuten
Afkoelen 1 uur
Totale tijd 1 uur 40 minuten
Gang Groente
Keuken Duits – Oostenrijks
Porties 4 Inmaakpotten
calorieën 38.5 kcal

Benodigdheden

  • Vier goed schoongemaakte inmaakpotten van vijfhonderd milliliter
  • Schone deksels, bij voorkeur zuur- en hittebestendig
  • Een grote pan voor het blancheren
  • Een steelpan voor het kookvocht
  • Eventueel een trechter en een tang om veilig te werken

Ingrediënten
  

  • Eén flinke knolselderij van ongeveer duizend tot twaalfhonderd gram
  • Voor het zuur
  • Zeshonderd milliliter natuurazijn
  • Vijfhonderd milliliter water
  • Zestig gram kristalsuiker
  • Veertig gram keukenzout
  • Kruiden per pot of naar smaak
  • Eén laurierblad
  • Twee kruidnagels
  • Tien mosterdzaadjes
  • Eventueel een paar peperkorrels of korianderzaadjes

Bereiding
 

1. Voorbereiding

  • Spoel de geschilde knol goed af. Daarna snijd je de knol in fijne reepjes of kleine blokjes. Probeer een beetje gelijkmatige grootte aan te houden, zodat alles straks tegelijk gaar is bij het blancheren.

2. Inmaken

  • Breng in een ruime pan water aan de kook met een beetje zout. Blancheer hierin de stukjes knolselderij één tot twee minuten. Ze moeten nét iets zachter worden, maar beslist niet gaar. Giet af en spoel onmiddellijk koud af zodat het garingsproces stopt. Laat goed uitlekken in een vergiet.
  • Maak ondertussen de inmaakvloeistof. Breng in een steelpan de natuurazijn, het water, de suiker en het zout langzaam aan de kook. Roer totdat de suiker en het zout zijn opgelost. Laat een paar minuten zacht doorkoken en zet het vuur dan uit.
  • Verdeel de kruiden over de bodem van de schone potten. Vul de potten daarna tot twee centimeter onder de rand met de uitgelekte knolselderij. Giet voorzichtig de hete inmaakvloeistof in de potten, totdat alles goed onderstaat. Tik zachtjes met een lepel tegen de binnenkant van de potten om luchtbellen te verwijderen.
  • Sluit de potten direct met schone deksels. Als je wilt, kun je de potten daarna vijf tot tien minuten ondersteboven zetten. Dat helpt om een vacuüm te trekken. Let wel op de kwaliteit van de deksels: sommige soorten worden aangetast door azijn. Gebruik daarom deksels die geschikt zijn voor zuur inmaken.
  • Laat de potten afkoelen en bewaar ze vervolgens op een donkere en koele plek, zoals een voorraadkast of kelder.
Trefwoord Knolselderij inmaken

Hoelang is ingemaakte knolselderij houdbaar?

Knolselderij die je op deze manier hebt ingemaakt, kun je zeker zes maanden tot een jaar bewaren, mits je hygiënisch hebt gewerkt en de potten goed gesloten zijn. Bewaar ze op een donkere, koele plek en controleer bij gebruik altijd of het deksel nog vacuüm is.

Eenmaal geopend bewaar je de pot in de koelkast. Gebruik dan bij voorkeur een schone lepel om besmetting te voorkomen. In de koelkast blijft een geopende pot knolselderij nog zeker twee weken goed, soms zelfs langer, afhankelijk van de zuurgraad.

Vijf variaties en aanpassingen

Met knoflook en dille

Voeg per pot een halve teen knoflook en wat verse of gedroogde dille toe voor een kruidige twist.

Pittige variant

Stop een dun plakje verse chilipeper of een snufje chilivlokken in elke pot voor extra pit.

Knolselderij met appel

Voeg enkele dunne reepjes stevige appel toe voor een frisse, lichtzoete toon. Kies een zure soort zoals Elstar.

Met kurkuma en gember

Een theelepel kurkuma en een paar plakjes verse gember per pot geven een warm aroma en een goudgele kleur.

Aziatische toets

Voeg een klein beetje rijstazijn toe in plaats van gewone azijn, samen met een snufje steranijs en een paar korianderzaadjes.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Als kok weet Wilhelmus Hengstmengel als geen ander, lekker eten begint bij het op de juiste manier bewaren van levensmiddelen. Hij heeft inmiddels ruim 15 jaar ervaring in de keuken (dus ook met het bewaren en invriezen van onder andere groente, fruit, vlees, vis, en gerechten), en schrijft artikelen en recepten voor diverse Nederlandstalige receptensites (onder andere deze site), en enkele Duitstalige receptensites. Als oud groenteboer weet hij veel over groenten en fruit, en door het veelvuldig koken ook veel over de bereiding van vlees en vis. En natuurlijk over het langer goed houden van voedingsmiddelen. Hij heeft een passie voor het schrijven over simpele gerechten en kookmethoden. is een geboren Rotterdammer, maar vandaag de dag een echte Tiroler en Wereldburger. Bewaren en invriezen is over de hele wereld nagenoeg hetzelfde, maar toch soms net even anders.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Rating recept