Eerst bind ik kleine bosjes lavendel samen, meestal niet meer dan tien stelen per bosje. Als het te dik is, droogt het niet gelijkmatig en bestaat de kans op schimmelvorming. Ik hang de bosjes ondersteboven aan een balk of een haakje, het liefst op een donkere en droge plek. Een zolder met een open raampje is ideaal.

Na ongeveer twee weken zijn de bloemetjes kurkdroog en kun je ze gemakkelijk tussen je vingers verkruimelen. Dan is het tijd om de bloemen van de steeltjes te halen. Ik wrijf de gedroogde bloemetjes voorzichtig los boven een schone schaal en bewaar ze vervolgens in een glazen pot met goed afsluitend deksel.

Gebruik geen oven of magnetron, want lavendel is erg gevoelig voor hitte. Dat haalt juist de geur eruit in plaats van dat het conserveert. Natuurlijke droging met lucht is wat mij betreft de enige manier die echt werkt.