Doe de olie in de pan en verwarm deze heel zacht op laag vuur. De olie mag nooit heet worden of borrelen. Je wilt alleen dat de olie lauwwarm wordt zodat de lavendel en de citroenschil hun geur kunnen afgeven zonder te verbranden of bitter te worden. Roer af en toe zodat de warmte goed verdeelt.

Voeg de lavendel toe aan de warme olie. Laat dit rustig trekken terwijl de olie nog steeds op laag vuur staat. Je ruikt vanzelf wanneer de lavendel opengaat. Het is geen kwestie van snel werken maar van langzaam trekken. Laat dit ongeveer tien minuten heel mild verwarmen.

Doe daarna de citroenschillen erbij. De geuren mengen direct en de olie wordt steeds iets frisser. Laat dit nog eens tien minuten trekken. Zorg dat de olie warm blijft maar niet bakt. Wanneer de schillen gaan bubbelen, staat het vuur te hoog en moet je meteen terugschakelen.

Haal de pan van het vuur en laat de olie volledig afkoelen. Dit duurt even maar deze fase zorgt voor het diepste aroma. Wanneer de olie op kamertemperatuur is, kun je alles gaan zeven.

Giet de olie door een zeef met een kaasdoek of koffiefilter zodat hij helder wordt. Door rustig te schenken voorkom je dat er kleine stukjes achterblijven. Dit zorgt voor een langere houdbaarheid en een mooi gelijkmatige olie.

Giet de gefilterde olie via een trechter in de schone flesjes. Sluit ze goed af en bewaar ze op een donkere plek zodat de geur en kleur mooi blijven.