Het begint bij het sorteren en wassen van de bessen. Verwijder steeltjes, blaadjes en eventueel beschadigde vruchten. Laat de bessen goed uitlekken in een vergiet en doe ze daarna in een grote pan. Voeg de citroensap toe en begin met verwarmen op middelhoog vuur.

Zodra de bessen beginnen te barsten, kun je ze met een houten lepel of pureestamper voorzichtig pletten. Dit zorgt ervoor dat de jam een gelijkmatige structuur krijgt, met kleine stukjes vrucht erin. Voeg dan de geleisuiker toe en roer alles goed door.

Breng het mengsel aan de kook en laat het al roerend doorkoken voor minstens drie tot vier minuten. Let op dat het niet overkookt. Schuim eventueel af met een schuimspaan als er veel schuim ontstaat. Controleer de dikte door een druppel jam op een koud bordje te laten vallen. Als het snel opstijft en niet uitloopt, is de jam klaar.

Schep de hete jam met een lepel of een trechter in de schone potten. Vul ze tot net onder de rand. Sluit direct af met deksels. Je kunt de potten nu op de kop zetten voor vijf tot tien minuten, maar dit hoeft niet als je zeker weet dat je deksels goed afsluiten en bestand zijn tegen zuur. Laat daarna volledig afkoelen op een doek, en bewaar op een koele, donkere plek.