Was de appels grondig, verwijder het klokhuis maar laat de schil zitten. Snij ze in grove stukken. Schil de meloen, verwijder de pitten en snij ook dit vruchtvlees in stukken. Doe eerst de appelstukken in de blender en voeg het water toe. Mix tot een grove pulp. Voeg dan de meloen toe en blend opnieuw tot alles helemaal fijn is.

Giet dit mengsel door een neteldoek of fijne zeef boven een kom. Laat het sap rustig uitlekken en druk daarna zachtjes het laatste sap eruit. Voeg het citroensap toe voor een frissere smaak en eventueel een beetje honing als je sap wat zoeter mag zijn. Roer goed door.

Wil je het sap langer bewaren, breng het dan in een steelpan op laag vuur tot net onder het kookpunt. Laat het 2 tot 3 minuten zachtjes doorwarmen, maar niet koken. Giet het hete sap via een trechter in warme, schone flessen. Draai de doppen meteen stevig dicht.

Laat de flessen afkoelen op het aanrecht, zonder ze te bewegen. Zodra ze afgekoeld zijn, kun je ze bewaren in de voorraadkast of in de koelkast.