Was de truffel eerst voorzichtig met een borsteltje onder koud water om eventueel zand of vuil te verwijderen. Droog hem daarna goed af met een schone doek.

Snij de truffel in hele dunne plakjes of rasp hem fijn. Hoe fijner je hem maakt, hoe beter de smaak in de olie zal trekken.

Giet de druivenpitolie in een schone pan en verwarm deze op het allerlaagste vuur. De olie mag absoluut niet heet worden, maar alleen lauwwarm. Zodra de olie lauw aanvoelt (ongeveer veertig graden), haal je de pan van het vuur.

Voeg direct de plakjes of geraspte truffel toe aan de warme olie. Roer even kort door zodat de truffel zich goed verdeelt.

Laat het mengsel volledig afkoelen en zet het daarna afgedekt een dag op een koele plek zodat de smaak zich kan ontwikkelen. Roer af en toe voorzichtig door.

Na een dag kun je de olie door een fijn zeefje of kaasdoek gieten om de stukjes truffel eruit te halen. Wil je de olie extra zuiver, dan kun je het nog een keer filteren.

Giet de truffelolie met behulp van een trechter in de twee schone flesjes. Sluit de flesjes goed af.

Je zelfgemaakte truffelolie is nu klaar voor gebruik. Bewaar de flesjes altijd koel en donker, bijvoorbeeld in een keukenkastje of in de koelkast.