Rode bieten drogen begint met het koken of stomen van de bieten. Daarna snij je ze in dunne plakken of reepjes en droog je ze op lage temperatuur tot ze knapperig of leerachtig zijn, afhankelijk van je voorkeur. Zo maak je zelf een gezond alternatief voor chips, of een voorraadje om later weer op te weken voor warme gerechten. Wie geen droogapparaat heeft, kan het prima doen in een gewone oven. Het vergt alleen wat tijd en geduld.
Was de bieten grondig onder koud stromend water. Boen eventueel de aarde eraf met een groenteborstel. Snijd het loof eraf, maar laat een klein stukje steel en wortelpunt zitten. Zo lekken ze minder tijdens het koken. Kook ze vervolgens met schil in ruim water voor ongeveer 45 minuten tot ze net gaar zijn. Je kunt ze ook stomen, dat duurt iets langer maar behoudt meer smaak. Laat ze daarna afkoelen.
Wrijf de schil van de afgekoelde bieten, dat gaat heel makkelijk met je handen of met een stukje keukenpapier. Snijd vervolgens de bieten in dunne plakken van ongeveer twee millimeter. Hoe dunner je snijdt, hoe sneller en gelijkmatiger het drogen gaat. Je kunt ze ook in dunne reepjes of blokjes snijden, afhankelijk van waarvoor je ze later wilt gebruiken.
2. Drogen in de oven of droogapparaat
Verwarm de oven voor op 50 tot 60 graden Celsius. Leg de bieten op een met bakpapier beklede bakplaat, zorg dat ze elkaar niet overlappen. Laat de ovendeur op een kier staan met een houten lepel ertussen, zodat het vocht kan ontsnappen. Droog de bieten gedurende 6 tot 8 uur, keer ze halverwege om. In een droogapparaat op 55 graden Celsius duurt het ongeveer 8 tot 10 uur. Controleer af en toe: ze moeten volledig droog zijn maar niet verbrand.
Laat de gedroogde bieten helemaal afkoelen op een rooster of bakplaat. Bewaar ze daarna luchtdicht in glazen potten of papieren zakjes op een donkere en droge plek. Schrijf de droogdatum op het potje. Controleer de eerste dagen of er geen vocht in de pot komt, anders alsnog verder drogen.
Gedroogde rode bieten kun je op verschillende manieren gebruiken. Je kunt ze weken in water voor gebruik in stoofgerechten of soepen. Je kunt ze ook zo eten als gezonde snack. Gemalen tot poeder zijn ze perfect om kleur en smaak te geven aan bijvoorbeeld pasta, cakebeslag of dressing.