Snij de pompoen doormidden, verwijder de zaden en schil (bij Hokkaido mag de schil blijven zitten). Snij het vruchtvlees in blokjes van ongeveer twee bij twee centimeter. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snij ook deze in blokjes.
Doe de pompoenblokjes samen met de appel, het sinaasappelsap en het citroensap in een grote pan. Breng dit op middelhoog vuur aan de kook en laat het ongeveer twintig tot vijfentwintig minuten zachtjes pruttelen. Roer regelmatig om aanbranden te voorkomen. De pompoen moet volledig gaar en zacht zijn.
Voeg de kaneel, kruidnagel, nootmuskaat en gember toe zodra het fruit goed gaar is. Pureer het geheel met een staafmixer tot een gladde massa. Je kunt het zo grof of fijn maken als je zelf wilt. Laat de massa nog tien minuten zacht doorkoken, zodat het iets indikt. Proef en voeg indien gewenst extra citroenrasp toe voor frisheid.
Steriliseer intussen de jampotten door ze vijf minuten in kokend water te leggen of ze in een oven van 120 graden te verwarmen. Vul de hete potten met de warme jam, tot ongeveer één centimeter onder de rand. Veeg de rand schoon met een schone doek. Schroef de deksels goed dicht.
Je kunt de potten nu op de kop zetten en vijf tot tien minuten zo laten staan. Dit zorgt voor een extra vacuüm. Dit is niet verplicht, maar wel aan te raden bij jam zonder suiker. Gebruik alleen deksels die niet aangetast worden door het zuur.
Laat de potten vervolgens afkoelen op een schone theedoek. Zet ze koel en donker weg.