Snij de paprika’s in dunne reepjes zodat ze gelijkmatig kunnen drogen. Hoe dunner je snijdt, hoe sneller en beter de paprika droogt. Spreid de stukjes uit over een rooster of bakplaat zodat er voldoende luchtcirculatie is.

Leg de reepjes paprika op een rooster of bakplaat. Zorg dat ze niet tegen elkaar liggen zodat de lucht overal bij kan. Je kunt ze drogen in een oven op lage temperatuur of in een droogoven. In een normale oven stel je de temperatuur in op ongeveer 70 graden Celsius. Laat de deur een klein stukje openstaan zodat vocht kan ontsnappen. Het drogen kan enkele uren duren. Neem er de tijd voor en controleer af en toe. De paprika is klaar wanneer alle vocht verdwenen is en je ze makkelijk kunt breken.

Wanneer de paprika volledig droog is, laat je de stukken helemaal afkoelen. Dit is belangrijk zodat er geen condens ontstaat tijdens het malen. Gebruik een krachtige blender, kruidenmolen of vijzel om alles tot een fijn poeder te malen. Soms moet je tussendoor even stoppen om het poeder door te roeren zodat alles gelijkmatig fijn wordt. Het resultaat is een prachtig rood poeder dat rijk ruikt en vol smaak zit. Zeef het gerust als je een heel fijne structuur wilt.

Doe het paprikapoeder in een goed afsluitbare glazen pot. Druk het niet aan maar laat het luchtig, zodat het zijn aroma beter behoudt. Bewaar de pot op een donkere en droge plek in de keuken. Noteer de datum erop zodat je altijd weet hoe vers je voorraad is.