Doe de kristalsuiker in een droge pan en verwarm dit op middelhoog vuur. Roer niet meteen, maar wacht tot de suiker smelt aan de randen. Als dat gebeurt, roer je voorzichtig tot alle suiker gesmolten is en een goudbruine kleur heeft. Blijf erbij staan. De karamel mag niet te donker worden, want dan wordt het bitter.
Voeg de appelblokjes toe aan de hete karamel. Pas op, dit kan flink spetteren. Roer goed door en laat de appels een paar minuten meebakken tot ze wat zachter worden. De karamel kan eerst wat stollen, maar dat lost weer op door het vocht van de appels.
Giet de koffie en het citroensap erbij en roer alles goed los. De karamel zal zich nu weer mengen met het geheel. Laat het mengsel zachtjes doorkoken tot de appels bijna uit elkaar vallen. Dit duurt ongeveer 10 minuten.
Voeg nu de geleisuiker toe. Roer alles goed door en breng opnieuw aan de kook. Laat het mengsel dan minstens drie tot vijf minuten stevig doorkoken. Controleer of de jam goed opstijft door een lepeltje van het mengsel op een koud schoteltje te leggen. Wordt het snel stijf, dan is het goed.
Zet de schone jampotten klaar. Gebruik een trechter of een schenkkan om de hete jam in de potten te gieten. Vul ze tot net onder de rand. Veeg eventuele spetters van de rand met een vochtige doek. Schroef de deksels stevig op de potten.
Je kunt de potten nu op de kop zetten voor vijf minuten. Dit helpt bij het vacuüm trekken en ontsmetten van het deksel. Zoals eerder vermeld: let op dat de deksels zuurvast zijn. Is dat niet zo, dan kun je dit beter overslaan.
Laat de potten afkoelen op een theedoek. Na afkoelen bewaar je ze op een donkere en koele plek.