Begin met het schoonmaken van de weckpotten. Was de potten, deksels en ringen grondig in heet water met wat afwasmiddel en spoel ze goed na. Zet ze daarna in een pan met heet water om te steriliseren. Laat ze daar staan tot je de saus gaat vullen.
Verhit in een ruime pan een scheutje olie en fruit de ui op laag vuur tot deze zacht en glazig wordt. Voeg vervolgens de knoflook toe en bak die kort mee. Voeg dan de tomatenpuree toe en laat dit een paar minuten meebakken, zodat de puree iets zoeter van smaak wordt.
Voeg de tomatenblokjes toe, gevolgd door de basterdsuiker, appelazijn, water, honing, mosterd, worcestersaus, paprikapoeder, chilipoeder, zout en peper. Roer alles goed door elkaar. Laat de saus vervolgens zachtjes pruttelen op laag vuur, met de deksel half op de pan, gedurende ongeveer 45 minuten. Roer regelmatig, zodat de saus niet aanbrandt.
Wanneer de saus goed is ingekookt en dikker van structuur is geworden, pureer je hem met een staafmixer tot een glad geheel. Proef even en pas eventueel de smaak aan. Als de saus nog te dun is, laat hem dan nog enkele minuten inkoken tot de gewenste dikte is bereikt.
Gebruik de trechter om de hete saus in de warme weckpotten te schenken, laat ongeveer 2 centimeter ruimte tot de rand vrij. Veeg eventuele spetters van de rand, plaats de rubberring op het deksel en sluit de pot met de klemmen.
Plaats de gevulde potten in een weckketel of grote pan met heet water. Zorg dat de potten volledig onder staan. Breng het water op een temperatuur van 90 graden Celsius en laat de potten 30 minuten wecken. Haal ze daarna voorzichtig uit het water en laat ze afkoelen op een handdoek, zonder ze te verplaatsen.
Wanneer de potten volledig zijn afgekoeld, verwijder je de klemmen en controleer je of het vacuüm goed is ontstaan. De deksel hoort stevig vast te zitten. Label elke pot met datum en inhoud, zodat je precies weet wat erin zit.