Hoe avocado drogen?
Avocado drogen, daarvoor moet je eerst de juiste exemplaren kiezen. Niet te rijp, maar zeker ook niet keihard. Ze moeten nét zacht aanvoelen, alsof je ze zou willen pletten op een boterham. Daarna begint het snijwerk, want dikke stukken drogen niet goed. Dun, gelijkmatig gesneden schijfjes zorgen ervoor dat alles mooi droogt. Je kunt een voedseldroger gebruiken, maar ook een oven op lage temperatuur werkt prima.
Benodigdheden
- Snijplank en scherp mes
- Theelepel
- Kommetje
- Oven met bakplaat of een voedseldroger
- Bakpapier of droogmatjes
- Keukenpapier
Ingrediënten
- 2 middelgrote avocado’s rijp maar niet overrijp
- 10 milliliter citroensap
- Eventueel een snufje zout of kruiden naar smaak
Bereiding
1. Voorbereiding
- De avocado eerst halveren, pit eruit halen, en dan met een lepel het vruchtvlees voorzichtig los te maken van de schil. Snij vervolgens dunne plakjes van ongeveer drie millimeter. Hoe dunner, hoe sneller ze drogen, maar als ze té dun zijn, vallen ze uit elkaar.
- Besprenkel de plakjes in een kom direct met citroensap. Dat voorkomt verkleuring en helpt tegen oxidatie. Meng ze eventueel heel voorzichtig met je vingers of een houten lepel, zodat alles geraakt wordt door het sap.
2. Drogen
- Leg nu de plakjes verspreid op een met bakpapier beklede bakplaat. Zorg dat ze elkaar niet raken, anders blijven er vochtige plekken. Als je een voedseldroger gebruikt, leg ze dan op de droge roosters. Zet de oven op maximaal 60 graden Celsius met de ovendeur op een kier, zodat het vocht kan ontsnappen. In een voedseldroger stel je meestal 55 tot 60 graden Celsius in.
- Laat de avocado’s minstens acht tot tien uur drogen in de oven. Controleer om de paar uur. In een droger kan het ook tot twaalf uur duren. Ze zijn goed als ze droog aanvoelen, iets buigzaam zijn, maar niet meer vettig of glibberig.
- Laat ze na het drogen volledig afkoelen op een rooster voordat je ze opbergt.